PROGRAMME RADIO "DE ZEVEN KUNSTEN"RADIO-PROGRAMMA "DE ZEVEN KUNSTEN"

Le samedi 22 avril 1972, le critique d'art Hector Waterschoot (1921-1999) a évoqué dans l'émission de radio "De Zeven Kunsten" l'exposition d'André Vereecken à la galerie Waumans de Sint-Niklaas.
Malheureusement, la BRT (Radiodiffusion-télévision belge) n'a pas conservé cette émission de radio. Mais il existe une petite édition (30 exemplaires) de cette émission avec le texte écrit qu'Hector Waterschoot a lu et ceci peut être publié ici sur ce site.

 

Op zaterdag 22 april 1972 besprak de kunstcriticus Hector Waterschoot (1921-1999) in het radioprogramma "De Zeven Kunsten" de tentoonstelling van André Vereecken in de Waumansgalerij te Sint-Niklaas.
Helaas heeft de BRT deze radio-uitzending niet bewaard. Maar er is een kleine editie uitgegeven (30 exemplaren) van deze uitzending met de geschreven tekst die Hector Waterschoot voorlas en die hier op deze site mag worden gepubliceerd.

Hector Waterschoot “De Zeven Kunsten” (BRT 22.4.1972)

LW/em./30 ex.

 

                                              DE ZEVEN KUNSTEN
                                                Zaterdag 22 april 1972

 

 

 

DE ZEVEN KUNSTEN
Zaterdag 22 april 1972
-----------------------------------------------------------------------------------

6’  Camille Swinnen praat met Lei Alders over het twintigste Europese Muziekfestival voor de jeugd, dat van 29 april tot 4 mei te Neerpelt zal gehouden worden.
(geen tekst)

 

3’  Hector Waterschoot bespreekt de tentoonstelling André Vereecken (galerij Waumans, Sint-Niklaas)

Eindredactie Lowie Weynants.

Hector Waterschoot bespreekt:

TENTOONSTELLING TE SINT-NIKLAAS

 

      Kunstschilder André Vereecken, de exposant in de galerij Waumans te Sint-Niklaas, had reeds wat men noemt de middelbare leeftijd bereikt toen hij zijn artistieke activiteit voorgoed aanvatte. Hij naderde reeds de kaap der veertig jaar als hij zijn eerste tentoonstelling hield. Het was een tamelijk verrassend ensemble en wel omwille van verschillende redenen. Vereecken verraste niet alleen door de vitaliteit van zijn kunstenaarschap maar ook door de degelijkheid van zijn technische mogelijkheden. De kunstenaar verraste niet minder door de duidelijke verwijzingen in zijn werk naar het oeuvre van niemand minder den Picasso. De vraag die bij zijn eerste individuele tentoonstelling rees was dan ook of de kunstenaar zich van deze invloed zou kunnen bevrijden. De vrees leek immers niet ongegrond dat zijn werk uiteindelijk niet verder zou reiken den een uitzichtloos epigonisme.

 

       Met deze nieuwe tentoonstelling komt André Vereecken aantonen dat er ongetwijfeld redenen zijn om te hopen dat het niet die richting zal uitgaan. Er zijn voorzeker nog doeken waarin men de invloed van de negentigjarige Spanjaard herkent. De meeste recente panelen wijzen echter op een ontwikkeling die meer en meer een eigen persoonlijkheid markeert. De oudere werken sloten niet alleen in hun thematiek maar evenzeer in hun compositie als hun technische realisatie dicht bij het voorbeeld aan. Thans is deze beïnvloeding herleid tot eerder ondergeschikte fragmenten van de compositie. Er voltrekt zich in de thematiek van de kunstenaar een opvallende evolutie.

 

      Zijn composities vormen als het ware een symbiose tussen het stilleven en het interieur. De voorwerpen uit een interieur, zowel het mobilier als de menselijke figuren, worden tot rekwisieten van een stilleven. Vereecken verplaatst hen als zetstukken op een scene en zijn werk krijgt hierdoor een ietwat decoratief karakter. Het coloriet neemt hierin een bijzonder aandeel; de heldere en frisse tonen die de schilder op zijn palet en waarmee hij zowel de motieven als de achtergrond schildert, weren alle problematiek en zelfs alle esthetisme.  Er blijft alleen een zorgeloze vreugde over, blijheid om het artistieke spel met vormen en kleuren.

 

     Dat hierdoor niet alle problemen uit de wereld zijn, kan men toch afleiden uit het geëxposeerde ensemble. De kunstenaar streeft blijkbaar een versobering na in de compositie. Het aantal rekwisieten verminderd waardoor de compositie ook overzichtelijker wordt. Het wijst erop dat de kunstenaar vooralsnog geen genoegen neemt met de bereikte resultaten zodat een volgende tentoonstelling wellicht een ander beeld zal vertonen. Zijn de enkele etsen die de tentoonstelling aanvullen hiervoor misschien een aanwijzing? In deze kleine bladen is het niet Picasso maar eerder Klee die tot voorbeeld stond. André Vereecken kan dus nog heel wat richtingen uit.             Hector WATERSCHOOT

 

 

“De Zeven Kunsten”

 

DE ZEVEN KUNSTEN
                  Samedi 22 avril 1972

 

 

Hector Waterschoot évoque :

 


EXPOSITION À SINT-NIKLAAS

 

     Le peintre André Vereecken, l'exposant de la galerie Waumans à Sint-Niklaas, avait déjà atteint l'âge mûr lorsqu'il a commencé son activité artistique pour de bon. Il a approché le cap des quarante ans lorsqu'il a tenu sa première exposition. C'était un ensemble assez surprenant et ce, pour diverses raisons. Vereecken nous a surpris non seulement par la vitalité de son art, mais aussi par la solidité de ses possibilités techniques. L'artiste ne nous a pas moins surpris par les références claires dans son travail à l'œuvre de personne d'autre que Picasso. La question qui s'est posée lors de sa première exposition individuelle était donc de savoir si l'artiste pourrait se libérer de cette influence. Après tout, la crainte n'était pas sans fondement que son travail n'irait pas plus loin qu'un épigonisme sans espoir.

 

     Avec cette nouvelle exposition, André Vereecken montre qu'il y a sans doute des raisons d'espérer qu'il n'ira pas dans cette direction. Il y a certainement encore des toiles dans lesquelles l'influence de l'Espagnol de quatre-vingt-dix ans est reconnue. Cependant, les panneaux les plus récents font état d'un développement qui marque de plus en plus une personnalité qui lui est propre.
Les œuvres plus anciennes étaient proches de l'exemple non seulement dans leur thème, mais aussi dans leur composition et dans leur réalisation technique. Cette influence a maintenant été retracée jusqu'à des fragments subordonnés de la composition. Une évolution frappante se produit dans les thèmes de l'artiste.

 

     Ses compositions forment en quelque sorte une symbiose entre la nature morte et l'intérieur. Les objets d'un intérieur, le mobilier et les figures humaines, deviennent les accessoires d'une nature morte. Vereecken les déplace comme des décors sur une scène, donnant à son œuvre un caractère quelque peu décoratif. Les tons de couleur y prennent une part particulière ; les tons clairs et frais que le peintre a sur sa palette et avec lesquels il peint à la fois les motifs et le fond, repoussent tous les problèmes et même toutes les esthétiques.  Seule une joie insouciante reste, joie au jeu artistique avec des formes et des couleurs.

 

      Le fait que tous les problèmes n'ont pas été résolus peut-être déduit de l'ensemble exposé. L'artiste semble viser l'austérité dans la composition. Le nombre d'accessoires est réduit, de sorte que la composition devient plus claire. Cela indique que l'artiste n'est pas encore satisfait des résultats obtenus, de sorte que la prochaine exposition montrera probablement une image différente. Les quelques gravures qui complètent l'exposition en sont-elles une indication ? Dans ces petites feuilles, ce n'est pas Picasso, mais Klee qui a servi d'exemple. André Vereecken peut encore aller dans de nombreuses directions.


Hector WATERSCHOOT